De geboorte van een veulen
Nu de merrie drachtig is begint het veulen te groeien en zich verder te ontwikkelen. In de voorbereiding op de komst van het veulen, is er veel dat je als eigenaar kunt doen om merrie en veulen de beste start samen te geven. Hieronder wat tips als voorbereiding op de komst van het veulen, en wat te doen als de geboorte begint.
Enkele maanden van tevoren:
- Controleer of de merrie in goede gezondheid is, en of ze een correct gewicht heeft.
- Controleer of de merrie correct gevaccineerd en ontwormd is. Dit geldt voor de influenza tetanus enting, maar ook de rhino enting kan geboosterd worden op 5,7,9 maanden om zo merrie en veulen optimaal te beschermen.
- Denk alvast na over waar de geboorte plaats moet vinden. Is er een voldoende grote stal waar het rustig is? Of een paddock of weide die rustig is en goed schoon te houden? Is er thuis geen goede rustige plek, overleg dan tijdig of er plek is op een kliniek of afveulenstation.
- Controleer de merrie regelmatig. Blijft haar uier nog mooi klein en droog, is haar achterhand schoon, en oogt ze vrolijk en gezond? Bij twijfel, bel direct de kliniek!
Enkele weken van tevoren:
- Verplaats de merrie naar de stal waar ze gaat veulenen. Dan kan ze alvast wennen. Zorg dat deze stal voldoende dikke bodembedekking heeft. Drachtige merries gaan regelmatig liggen en dit moet comfortabel blijven. Zorg daarna voor een bodem met voldoende grip. Als het veulen begint met opstaan helpt een stroeve bodem om sneller in de benen te komen.
- Houd de stal van de merrie zo schoon mogelijk, en geef de merrie regelmatig (vrije) beweging in de buitenlucht, om de ophoping van vocht onder de buik en in de benen wat te verminderen.
- Vaccineer waar mogelijk de merrie enkele weken voor de partus om een optimale antilichamen concentratie in de biest te hebben voor het veulen.
- Geef de merrie 2 weken voor de uitgerekende datum een ontworming met ivermectine of moxidectine. Dit voorkomt een veulenworm besmetting van het veulen via de melk van de merrie.
- Als de merrie is dichtgezet na de dekking, bel dan om een afspraak te maken haar weer open te knippen.
- Controleer de merrie dagelijks op opuieren, kegelen (melkdruppeltjes aan de uier van de merrie), en het verslappen van de banden rondom haar staart. Dit zijn tekenen dat het veulen spoedig geboren gaat worden. De algemene stelregel is dat na het kegelen een veulen binnen 24 uur geboren gaat worden, maar sommige ervaren merries kegelen al eerder. Verliest de merrie veel biest voordat het veulen geboren wordt? Geef dit door aan de dierenarts.
- Bij het gebruik van een geboortemelder of geboortesingel wordt een signaal afgegeven wanneer het veulen geboren gaat worden. Deze zijn te koop of te huur via diverse winkels en websites.
Wanneer het veulen geboren wordt:
- Geef de merrie rust en tijd. Probeer zo min mogelijk toeschouwers aanwezig te hebben of laat ze heel zachtjes en op afstand toekijken.
- De merrie wordt in eerste instantie onrustig, en gaat staan en liggen terwijl het veulen van binnen in de goede positie draait. Deze fase heet de contractiefase en kan meerdere uren duren.
- Wanneer de vliezen breken komt er veel waterachtig vocht naar buiten. Dit wordt gevolgd door persweeën die het veulen naar buiten drijven in een witte doorschijnende blaas. Dit wordt de uitdrijvingsfase genoemd.
- Wanneer er een rode blaas zichtbaar is in plaats van een doorzichtig witte blaas, moet direct een dierenarts gebeld worden, dit is een absoluut spoedgeval. De dierenarts zal instructies geven wat te doen.
- In de waterblaas moeten 2 pootjes met daarop het neusje van het veulen tevoorschijn komen. Dit kan eventjes duren, en de beentjes hoeven niet perfect naast elkaar te liggen. Maar als er geen 2 beentjes en een hoofdje zichtbaar zijn, kan dit een teken zijn dat het veulen klem ligt. Bel voor de zekerheid direct de dierenarts.
- De hele uitdrijvingsfase duurt zo’n 20-30 minuten. Wanneer dit langer duurt geldt weer het advies: Bel direct een dierenarts.
- Wanneer het veulen geboren is wordt de nageboorte uitgedreven. Deze komt er veelal binnen 1-2 uur af. Wanneer deze te lang blijft zitten kan deze zorgen voor een baarmoederontsteking die de merrie erg ziek kan maken. Als de nageboorte na 3 uur nog steeds niet volledig is afgekomen, bel dan direct de dierenarts.
- Probeer veulen en merrie zo lang mogelijk rust te geven. Met de navelstreng wordt nog het laatste bloed naar het veulen gebracht totdat de navelstreng breekt. De merrie en het veulen moeten daarnaast aan elkaar gaan binden en doen dit het beste in rust.
De eerste 24 uur:
- In de eerste 24 uur is het essentieel dat:
- Het veulen binnen een uur staat en binnen 2 uur gedronken heeft. Binnen 6-8 uur moet het 1-2 liter biest hebben gedronken.
- Het iedere 2 uur drinkt bij de merrie. Het moet opstaan, naar het uier lopen en gaan drinken. Eventueel plassen en dan weer wat gaan rusten. Als het heel veel ligt, of rondjes doolt door de stal/ het uier niet makkelijk vind, kan dit een aanwijzing zijn voor zuurstof te kort en vergaande gevolgen hebben. Bel in dat geval de dierenarts.
- Het veulen binnen de eerste 24 uur een aantal harde klompjes mest (meconium) heeft gemaakt waarna het zachte gele melkmest gaat maken.
- De merrie comfortabel is, goed gaat eten en drinken en fit oogt. Ze mag de eerste week wat bruin/rode uitvloeiing hebben maar deze mag niet stinken.
- De navel van het veulentje 3x per dag wordt schoongemaakt met een mild desinfectans zoals betadine oplossing of chloorhexidine oplossing. Bijtende desinfectanten zijn niet wenselijk.
- We raden altijd aan om na de geboorte van het veulen een dierenarts te bellen om merrie en veulen te controleren. Hierbij wordt de placenta gecontroleerd (bewaar deze dus ook goed in een emmer of plastic zak) en het veulen nagekeken.
Anti stoffen controle:
Naast het klinisch nakijken van het veulen adviseren we ook om de concentratie antistoffen in het bloed te controleren. Het veulen neemt deze antistoffen op door de biest van de merrie en dit kan enkel binnen de eerste uren van het leven. Het veulen gebruikt deze antistoffen om zich te beschermen tegen pathogenen in de omgeving, zogeheten passieve immuniteit. Wanneer er onvoldoende opname is spreken we van “failure of passive transfer”. Het is gebleken dat de veulens die in deze categorie vallen een sterk verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van bijvoorbeeld diarree en gewrichtsontstekingen in de eerste levensweken.
Er bestaan verschillende testen om te beoordelen of uw veulen een verhoogd infectierisico loopt door onvoldoende opname van antistoffen. Eén daarvan is de zogenaamde SNAP® Test. Deze test is gemakkelijk door de dierenarts aan huis uit te voeren. Er hoeft slechts een kleine hoeveelheid bloed van het veulen afgenomen te worden, waarna de test direct (aan huis) in kan worden gezet. De uitslag is na 10 minuten bekend, en geeft een zeer goede indicatie van de concentratie antistoffen in het bloed.
Wanneer er onvoldoende biest is opgenomen, kan dit tekort worden aangevuld door het toedienen van extra (kunst) biest, of het toedienen van plasma met hoge concentraties antilichamen. Daarnaast is hygiëne en herhaaldelijke controle op infecties voor deze veulens nog belangrijker.